In Oirschot werd kort geleden met een ceremonie postuum het Mobilisatie-Oorlogskruis uitgereikt aan de familie Koeten. Op zaterdag 12 november dragen zij deze onderscheiding over aan de voorzitter van het Kazemattenmuseum.
Korporaal Cornelis Jacob Koeten (1917) was in de dertiger jaren van de vorige eeuw ingedeeld bij het 21e Regiment Infanterie Specialisten Compagnie. Tijdens de mobilisatie van 1939 kwam hij in de Stelling Kornwerderzand terecht. Daar bleef hij tot de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940. Hij heeft daarna enige tijd gevangen gezeten in een school in Den Oever.
Op Kornwerderzand was korporaal Koeten gelegerd in kazemat IV, de commandokazemat. In die kazemat was ook het verblijf van commandant kapitein Boers, met wie Koeten regelmatig contact had. Korporaal Koeten was geschutcommandant mitrailleurs in kazemat IV.
De familie Koeten vindt dat het Mobilisatie-oorlogskruis terecht hoort in het Kazemattenmuseum, de plek waar korporaal Koeten dienst heeft gedaan. Ook vindt de familie het belangrijk dat hier aandacht voor is. De soldaten die in de stelling Kornwerderzand voor de vrijheid hebben gestreden, werden na de capitulatie naar huis gestuurd. Daarna was er weinig aandacht voor deze soldaten. Geen nazorg dus. Het is, aldus de familie Koeten, een vergeten groep die op deze manier een gezicht krijgt.
Het Mobilisatie-Oorlogskruis wordt op zaterdag 12 november om 11.00 uur bij kazemat IV door Sjaak Koeten aan voorzitter Kees Terwisscha van Scheltinga overhandigd in aanwezigheid van vele familieleden en ook de wethouder Lilian Peters van Hollands Kroon. Winkel, de geboorteplaats van Cornelis Jacob Koeten, is nu onderdeel van die gemeente.
Het Kazemattenmuseum is blij met deze aanwinst. De verhalen die het museum verteld worden met deze schenking en het tentoonstellen van de onderscheiding weer een stuk persoonlijker.
Het Mobilisatie-Oorlogskruis is een Nederlandse onderscheiding, ingesteld door koningin Juliana in 1948 en bestemd voor Nederlandse militairen en andere Nederlandse onderdanen die tussen 6 april 1939 en 3 september 1945 militaire werkzaamheden hebben verricht in het belang van het Koninkrijk. In een Koninklijk Besluit van 19 oktober 1951 werd bepaald dat na 15 november 1951 geen aanvragen meer konden worden ingediend. Op 1 oktober 1992 werd het kruis door koningin Beatrix opnieuw ingesteld.
Om de onderscheiding te mogen dragen moest men een machtiging tot het dragen aanvragen. Wanneer die machtiging was verleend kon men – op eigen kosten – het kruis aanschaffen.
Dat is in 1992 veranderd. Vanaf dat moment wordt het Mobilisatie-Oorlogskruis door de Minister van Defensie kosteloos toegekend.
Dat veel gemobiliseerde militairen in aanmerking kwamen voor dit kruis is nooit tot de Nederlanders doorgedrongen. Tot op heden worden daarom nog steeds Mobilisatie-Oorlogskruisen aan inmiddels hoogbejaarde veteranen toegekend en door kinderen of kleinkinderen postuum aangevraagd.
Het Mobilisatie-Oorlogskruis 1939-1945 is ontworpen door Frans Smits. Het is een vierarmig, bronzen kruis met een middellijn van iets meer dan vier centimeter. De armen lijken op zwaardpunten. Tussen de armen van het kruis zijn twee gekruiste steekwapens. Dat zijn “stormdolken”, op een kleine stralenbundel geplaatst. In het midden van het kruis is de in de mobilisatiedagen gedragen helm van de Nederlandse infanterie geplaatst met daarop een lauwertak. De achterzijde is vlak, met in een cirkelvormig vlak de tekst “DEN VADERLANT GHETROUWE”. Het lint is paars met een smalle oranje middenstreep.